“Wij willen doorbreken dat vooral hoogopgeleide witte ouders kiezen voor de vrije school. Daarom ook dragen we de naam Waldorf. De classificering vrije school is niet in alle culturen bekend en vanwege de profilering van dit schooltype niet altijd even gewild. Maar vakken als kunst, dans en muziek zijn er om het beste uit leerlingen te halen. En als ouders vooral focussen op citoscores dan moeten wij die óók in ons verhaal meenemen. Het lukt ons aardig, want we zien de gemêleerde buurt steeds beter terug in onze school.
Daarnaast kiezen we ook bewust voor inclusief onderwijs. Dat is iets waar we ons constant bewust van moeten zijn. Het begint bij woordgebruik: voelt iedereen zich aangesproken en past het bij alle kinderen? Maar het gaat verder. Als we sprookjes voorlezen, zorgen we dat het niet alleen sprookjes van Grimm zijn, maar uit alle windstreken. En we vieren niet alleen Christelijke feestdagen maar we besteden ook tijd aan Holi en Ramadan.
Natuurlijk heeft iedereen blinde vlekken, wij ook. Maar bewustzijn is de eerste stap voorwaarts. Wees je er bewust van dat het liedjesboek van de vrije school nog de tekst van ‘Klein Chineesje’ bevat. En dat dit lied echt niet meer kan. Dat geven wij ook mee aan mensen: sta open voor de blinde vlekken die je onherroepelijk hebt en wees niet te hard voor jezelf als je een keer een fout maakt. Belangrijker is hoe je daarmee omgaat. Wees niet vooringenomen, sta open voor andere dingen. Zing liedjes waar de vrouw ook een keer de held is, lees boeken waarin twee mannen verliefd worden op elkaar en waarin de witte raaf een keer de slechterik is in plaats van de zwarte raaf. Inclusief onderwijs is veel moeilijker te realiseren dan je denkt. Dat bereik je niet met een workshop. Je moet er constant bij na blijven denken, want het gaat niet vanzelf.”